Er is helemaal niets wat God geschapen heeft dat altijd statisch, onberoerd, onveranderd blijft. De gelovige is de kroon op Gods schepping. Dus als er ergens voortdurende groei en vooruitgang waarneembaar zou moeten zijn, dan is het wel in het leven van de gelovige in Jezus. Dat is wat Petrus bedoelde. De toestroom van genade en vrede van God blijft in ons leven voortdurend toenemen, terwijl we met Hem verbonden blijven.
Onze “heiligheid” ligt dus besloten in het kennen van God en van Jezus onze Heer. Jezus zei dat het kennen van de ware God eeuwig leven is (zie Johannes 17:3). Niemand heeft dan ook maar een idee van wat heiligheid is, totdat hij God leert kennen. Dit alles heeft zijn oorsprong in het kennen van God en Jezus Christus op een directe, persoonlijke manier.