In Handelingen zegt Paulus dat hij discipline nastreefde en wereldse verlangens vermeed zodat hij onberispelijk en vrij van schuld kon wandelen voor God. Hetzelfde geldt voor ons. Het wandelen met een zuiver geweten zal ons vrij en gelukkig houden.
Dat klinkt makkelijk wanneer het om scherp omlijnde, goed of foute kwesties gaat, maar hoe zit het met de “grijze” gebieden van het leven? Hoe houden wij ons geweten zuiver wanneer we niet zeker weten wat een goede of foute keuze is?