De Bijbel refereert naar ons als naar aarden, of broze, menselijke vaten (zie 2 Korintiërs 4:7). Net als aardewerk gevormd op de pottenbakkersschijf, zijn we van leem gemaakt (zie Jesaja 64:8, HSV). Volgens Genesis 2:7 heeft God Adam uit het stof van de aardbodem gevormd en Psalm 103:14 zegt: want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn, Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd.
Ook al zijn we zwak en onvolmaakt, als we onze vaten (onszelf) vullen met Gods Woord, dan worden we vaten van Zijn zegen, klaar om voor Zijn gebruik te worden uitgeschonken. We zijn allen waardevol voor de Heer - God kan zelfs gebarsten potten gebruiken!
Maar eerst moeten we volledig toegewijd zijn aan God. 2 Timoteüs 2:21 herinnert ons hieraan: Als iemand zich van alle kwaad [alles wat onwaardig en onrein is; zich afscheidt van alles wat hem kan besmetten met verdorven invloeden] gereinigd heeft, wordt hij een bijzonder en geheiligd voorwerp, dat zijn eigenaar vele diensten kan bewijzen en geschikt is voor elk goed doel.
Wanneer je vandaag een apart gezet vat wordt, zal God ongelofelijke dingen door jouw leven heen doen.
Joyce Meyer